Samenstelling Dieci Cantanti:
Toen de augustijner monnik Maarten Luther in 1517 zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkerk in Wittenberg vastspijkerde, waarmee hij de katholieke kerk aanklaagde en de handel in aflaten aan de kaak stelde, konden slechts weinigen vermoeden dat de Reformatie die daarmee begon niet alleen zou leiden tot een verandering van de eredienst in de kerk en de beleving daarvan, maar ook op muzikaal vlak grote consequenties zou hebben.
Vóór de Reformatie waren zangers en componisten specialisten. Het waren vaak mensen met een lagere priesterwijding, die als kinderen in kathedrale scholen een opleiding hadden gekregen. Ze waren in dienst van een kerk of kathedraal en kregen daar een salaris en soms zelfs een pensioen. Ze vormden een echte elite.
In de eredienst, die altijd in het Latijn was (en gedeeltelijk soms Grieks) had de muziek vooral een rituele functie. Naast de vaste gezangen (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei) waren ook regelmatig terugkerende motetten, bijvoorbeeld voor de herdenking van de sterfdatum van een belangrijke persoon, ritueel van aard en in de Latijnse taal. Natuurlijk was de tekst wel belangrijk, maar de muziek stond vooral in het kader van die rituele functie. In de eredienst werd de gelovige als het ware opgenomen in de vaste rituelen.
Na de Reformatie kreeg het woord meer voorrang. De gelovige werd aangesproken op zijn eigen geweten. De erediensten en de muziek waren dan ook hoofdzakelijk in verstaanbare taal, in volkstaal. In de Latijnse scholen (een schooltype voor jongens uit de hogere en middenklasse) werd het muziekonderwijs geïntegreerd, vooral in de Lutherse steden. Luther, zelf een begaafd musicus, heeft daar veel werk van gemaakt. Hij vond muziek heel belangrijk, ook in de eredienst. Hij zei: “zingen is twee keer bidden”. Hij stelde een systeem in dat kinderen in de Latijnse scholen dagelijks muziekles kregen. Getalenteerde kinderen kregen zelfs nog meer uren muziek. Dat kan heel goed verklaren waarom die tijd zoveel goede componisten en goede muziek heeft voortgebracht.
De rituele muziek van voor de Reformatie was vaak polyfoon, waarbij elke stem even belangrijk was en elke stem de tekst op zijn eigen moment zong. Na de Reformatie kreeg het woord een belangrijke rol. In plaats van Latijn werd in de volkstaal gezongen. De muziek was vooral homofoon, dat wil zeggen dat alle stemmen de woorden tegelijk zongen, wat de verstaanbaarheid natuurlijk ten goede kwam.
De Reformatie heeft vooral in het noorden van Europa (Scandinavië, Schotland, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland) voet aan de grond gekregen. Het zuidelijk deel van Europa bleef hoofdzakelijk katholiek. Zo kunnen we de ondertitel van ons programma, “Muziek aan beide zijden van de Reformatie”, op verschillende vlakken zien: uiteraard qua tijd en qua plaats (noord vs. zuid) maar ook qua taal (Latijn vs. volkstaal, heel belangrijk voor de muziek) en qua muzikale middelen en stijl (polyfoon vs. homofoon).
We zingen muziek van Christóbal de Morales, een componist van de Renaissance, en ook van Orlando di Lasso die, hoewel hij aan het begin van de zestiende eeuw leefde, toch echt een componist van vóór de Reformatie was. Van hem laten we een voorbeeld horen van hoe de componisten een volksliedje namen en dat verwerkten in hun religieuze muziek. Dat leidde wel eens tot meningsverschillen, omdat soms de volkstekst werd meegezongen wat men in de katholieke tijd al te ver vond gaan.
Tomás Luis de Victoria is een vertegenwoordiger van de contrareformatie (in de katholieke gebieden werd ook de behoefte gevoeld om de eredienst en de muziek te vereenvoudigen maar daarbij toch bij hun principes te blijven). Hij probeerde de polyfone muziek toegankelijker te maken maar toch meerstemmig te laten blijven.
Melchior Franck en Andreas Hammerschmidt zijn echt componisten van de Reformatie. Hun muziek is veel meer homofoon, waardoor de tekst veel verstaanbaarder is. Te horen is hoe ook sommige van hun composities geïnspireerd zijn door bestaande eenvoudige liederen.
Van Dietrich Buxtehude, ook een componist van na de Reformatie, laten we een Kyrie horen. In de Lutherse gebieden werden nog lange tijd het Kyrie en Gloria in het Latijn gezongen.
Met dit programma nemen we u mee op een muzikale reis rondom de Reformatie. We wensen u toe dat u hier net zo van zult genieten als wij dat doen.
Frank Doodeman